IRU roept op tot pragmatisme over CO2-normen voor vrachtwagens en bussen en dringt aan op “Koolstofneutrale brandstoffen een reële kans geven”

Bron: Sustainable Bus – 20 februari 2023

IRU roept op tot meer pragmatisme van wetgevers in het komende wetgevingsproces met betrekking tot het voorstel van de Europese Commissie voor wijzigingen in de CO2-normen voor zware bedrijfsvoertuigen. De Commissie stelde een streefcijfer van 100% voor de verkoop van emissievrije bussen vanaf 2030 en een streefcijfer van 90% voor andere zware bedrijfsvoertuigen (vrachtwagens en autocars) voor in een gefaseerde aanpak tot 2040.

“Wetgevers moeten ervoor zorgen dat de definitieve aanpak koolstofneutrale brandstoffen een reële kans geeft om op de markt te blijven”, versterkt IRU.

IRU: serviceniveau openbaar vervoer verhogen

«Het is een zeer ambitieus doel, en we moeten zien hoe we van hier naar daar kunnen komen. Acties moeten vandaag beginnen. De frustratie is dat er geen simpele oplossing is. De meest voor de hand liggende oplossing is om mensen op bussen en autocars te zetten. Als we een serviceniveau kunnen bieden waarmee mensen het autogebruik kunnen verminderen en bussen en autocars kunnen nemen, zou dat een mijlpaal zijn. Om een dergelijk resultaat te bereiken, moet dit een prioriteit worden voor regeringen», vertelde Umberto de Pretto, secretaris-generaal van de IRU, bij Sustainable Bus.

IRU EU Advocacy Director Raluca Marian zei: “Commercieel zwaar transport is een ander verhaal dan auto’s. Hoewel onze sector zich volledig inzet voor een koolstofarme economie, moeten in dit nieuwe hoofdstuk alle opties open blijven om koolstofneutraliteit te bereiken. De EU kan zich hier geen experimenten veroorloven. Door de continuïteit van de verbrandingsmotor voor zware bedrijfsvoertuigen te accepteren, heeft de Europese Commissie een positieve wending genomen door de fundamentele verschillen in technologie tussen deze voertuigen en auto’s te erkennen. De vitale rol die zware bedrijfsvoertuigen spelen bij het voortbewegen van de economie van de EU en haar burgers, moet in de komende discussies voorop blijven staan op de agenda van elke wetgever”, voegde ze eraan toe.

IRU, focus op koolstofneutrale brandstoffen

Ongeacht hun oorsprong hebben koolstofneutrale brandstoffen één essentieel element gemeen, benadrukt IRU: bij verbranding geven ze grotendeels dezelfde hoeveelheid CO₂ vrij als wat er tijdens hun productie uit de atmosfeer werd opgenomen, waardoor de CO₂-uitstoot wordt gecompenseerd.

“Ondanks dat ze in gelijke mate bijdragen aan het bereiken van koolstofneutraliteit, laat het voorstel van de Commissie de mogelijkheid open om deze brandstoffen slechts te gebruiken voor 10% van de nieuwe voertuigen die na 2040 worden verkocht”, aldus Raluca Marian.

“Er rijden momenteel 7 miljoen zware bedrijfsvoertuigen op de wegen in de EU. Als we als sector maar op een heel klein percentage van de nieuwe verkopen van voertuigen op basis van verbranding kunnen rekenen, bestaat de twijfel of dit voor ons een reële en praktische optie zal zijn.”

Bussen en autocars, de Europese roadmap

“Bussen en autocars binnen de reikwijdte van de CO₂-normen brengen, is over het algemeen een positieve stap omdat het duidelijkheid geeft voor toekomstige investeringen”, zegt Raluca Marian.

“Terwijl autocars onder het algemene regime voor zware bedrijfsvoertuigen vallen, hebben wij specifieke zorgen met betrekking tot bussen. Openbaar vervoer in de stad lijkt een bijzonder goede zaak voor elektrische emissievrije voertuigen, maar bussen worden ook gebruikt in het interstedelijk vervoer, dat over langere afstanden gaat. Hoewel het voorstel verwijst naar uitzonderingen voor speciale doeleinden van de 100% doelstelling voor emissievrije verkoop van bussen vanaf 2030, is het onduidelijk hoe deze uitzonderingen kunnen worden geïmplementeerd, aangezien fabrikanten de doelstelling moeten halen”, voegde ze eraan toe.

Tot slot zei Raluca Marian: “Het voorstel van de Commissie wordt gewaardeerd omdat het de decarbonisatie van het wegvervoer ondersteunt, maar het is slechts een noodzakelijke eerste stap en verschillende elementen moeten door de wetgevers beter worden overwogen om optimale resultaten te bereiken.”